De voorfase speelt zich af voorafgaand aan het traject. Deze fase begint met het kennismakingsgesprek. Hierin bespreken we met ouder en kind, jongere of jongvolwassene de problemen waar tegenaan gelopen wordt, de behoeften, wensen en doelen. Zo kunnen we vaststellen wat precies de hulpvraag is, en bekijken hoe we het traject het beste kunnen insteken. Wanneer alle betrokkenen een goed gevoel hebben zal de coach aan de slag gaan met het maken van een concreet begeleidingsplan. Deze wordt vervolgens besproken en eventueel aangepast zodat gestart kan worden met een traject dat zo goed mogelijk aansluit.
In de veranderfase beogen we een verandering in gedrag. Aan de hand van het in de voorfase opgestelde begeleidingsplan gaan we aan de slag. We maken eerst inzichtelijk hoe we de beschreven doelen willen bereiken. Vervolgens zal sport en spel worden ingezet om actief de eigenschappen te trainen die nodig zijn om de doelen te bereiken. Naast het trainen van eigenschappen wordt in deze fase waar nodig de omgeving van de kind of jongere betrokken in het traject.
In de afbouwfase werken we rustig aan naar zelfstandigheid. Dit doen we door bepaalde hulpmiddelen af te bouwen en te werken naar zelfregulerende hulpmiddelen die bruikbaar zijn zonder de coach te betrekken. De jongere wordt gestimuleerd en gemotiveerd om dit ook zelfstandig aan te kunnen. Het geloven in het eigen kunnen is hier van groot belang. Wanneer de jongere het vertrouwen in eigen kunnen heeft kan het afbouwen beginnen. Het kind, de jongere of jongvolwassene zal de coach steeds minder nodig hebben en de begeleidingen zullen daarom, wanneer hij of zij daar klaar voor is, minder frequent plaatsvinden. Het einddoel is hier dat de cliënt bepaalde hulpmiddelen zelfstandig kan inzetten voor zijn of haar hulpvraag.
In deze laatste fase hebben we wekelijks nog telefonisch contact over de gang van zaken en de voortgang m.b.t. het zelfstandig werken aan het traject. Deze fase is bedoeld om steun te bieden waar nodig en te motiveren als het lastig wordt.